opwaarts
hoe kan het
je ligt op een bankje
'intrekken, spreid, sluit'
wie zwemmen wil volgt
die woorden
er bestonden nog geen bandjes
wel een meelopende haak op het plankier
de schreeuwende stem
je maakt je klein, rolt jezelf op
langzaam zak je tussen de planten
een vis schiet voor je weg
je zweeft de opslokkende donkerte in
terwijl het enige dat je hoefde te doen
je zo groot mogelijk maken
je rug kerend kijkend naar het blauw
de wind, de stroming
handen en voeten sturen
gedachten, de beelden
diploma's a, b en c
het drijfvermogen van het woordenboek
bleek vele malen groter